ROB BRIK      HET HOMEOPATISCH MIDDEL       HOMEOPATHIE HELPT      ACTUEEL      NEPAL      AFSPRAAK MAKEN      KOSTEN EN VERGOEDINGEN      PRAKTIJK     








Waterbuffels en een Pauw

Het is zaterdagochtend. Ik sta om half 7 op. De geluiden van het plein, onder mijn raam wekken me. Vroeg in de ochtend komen de boeren en hun kinderen wat groentes verkopen. De opbrengst van hun kleine landrijen, bloemkolen, spinazie , tomaten, uitjes, gember en maïs. De markt begint vroeg. Voor de scholen beginnen, voordat de boeren weer werken op 't land. Ik ontbijt met een heerlijke yoghurt gemaakt van de melk van de waterbuffel. Bij de meeste boerderijen in de vallei staat een waterbuffel op ' t erf. De buffel trekt de ploeg over de kleine akkertjes tegen de hellingen van de Himalaya en geeft melk, waarvan de “curd” wordt gemaakt. Een specialiteit van Bhaktapur. Gisteren zijn de Duitse collega's teruggevlogen. Ik ben nu de doctor 'in charge'. Vandaag begint de dag met een bezoek aan een weeshuis gerund door de Canadese organisatie Child's Haven. Wij bieden medische verzorging aan deze kinderen. Karl-Wilhelm heeft me uitgelegd hoe ik moet lopen, dus ik ga vol goede moed de dorpstraat in, langs de kleine winkeltjes met houtsnijwerk voor de toeristen, wierook, levensmiddelen, rijst of 'bangles', armbanden in alle kleuren, die met 10-20 tegelijk gedragen worden door getrouwde vrouwen, maar mijn dochter van 6 en haar vriendinnetjes vinden ze ook prachtig. De kwaliteit van de bangles wordt bepaald door 't geluid dat ze geven als je ze tegen elkaar aantikt. Dat hoort mooi helder te klinken. Ik sla iets te vroeg rechtsaf en kom op een plein dat vol staat met mensen. Als ik over de Nepalezen heen kijk, zie ik in het midden van het plein drie onthoofde waterbuffels liggen. Later zie ik de hoofden op manden door de stad gedragen worden, als ter viering van het Nepalese Nieuwjaar, ergens in april (nu 2009=2066), de hoofden geofferd worden in een van de vele puja's. Voor de deur van het kindertehuis word ik opgewacht door dr. Ambika Gyawali, een homeopathisch arts die bij ons de opleiding volgt. Samen bekijken we de kinderen die klachten hebben. Veel oorklachten, hoesten, verkoudheden, wat eczeem. Een verzorgster vertelt kort het verhaal, we vragen nog wat aan het kind, kijken zonodig in een oor en geven een middel; Calcium carbonicum, Calcium silicatum, Silicea, Lycopodium of bij angsten Phosphorus of Stramonium. Basale voorschriften, maar vaak met goed resultaat. Voor luizen gebruikt Ambika Staphisagria C6 , een aantal dagen te geven. Hij heeft hier goede resultaten mee. In een uurtje zien we 13 kinderen, volgende week komen we terug voor de follow-up en nieuwe patiëntjes. De kinderen lopen in kleding die Child Haven krijgt uit het Westen. Veel Nike en andere merkkleding om de schoudertjes van weeskinderen in Nepal. Dan gaan we terug naar de kliniek, over de Hanumante-rivier, waar de ghats zijn, waar de overledenen ritueel verbrand worden, waarna hun as wordt toevertrouwd aan het water. De Hanumante rivier komt via de Bhagmati rivier uit in de heilige Ganges. Het water van de rivier staat in april laag, varkens scharrelen op de oevers, een kolonie zilverreigers zit in de bomen die in bloei staan; grote paarse bloemen. Op zaterdag wordt lesgegeven. Het leslokaal bestaat uit wat rieten matten op de vloer, waarop de twaalf studenten zitten, achter lage tafeltjes. Ik neem plaats in lotushouding en begin met een verhaal over de leliën. Als cadeau heb ik wat tulpenbollen meegenomen, te planten in de tuin bij de kliniek, onder de bananenboom. Na 15 minuten heb ik kramp in mijn benen en probeer zo te verzitten dat mijn voeten niet richting een van de studenten wijzen, want dat wordt als erg onbeleefd beschouwd. Als ik Sulphur behandel kan ik gelukkig even gaan staan om wat op te schrijven. De les verloopt in prima sfeer, de studenten zijn geïnteresseerd en doen actief mee. Het niveau is erg wisselend. Als een patiënt wordt behandeld, oppert een van de studenten om Lycopodium te geven. Op mijn vraag waarom, komt het antwoord, dat een van de collega's had verteld dat de meeste patiënten Natrium muriaticum of Lycopodium nodig hebben en deze patiënt was duidelijk geen Natrium muriaticum. Zo valt er nog heel wat uit te leggen. Maar goed Vithoulkas zei ook altijd dat 80% van de baby's Calcium carbonicum nodig heeft. Aan het eind van de dag volgen nog wat patiënten in de kliniek. Dit geeft de studenten die van ver komen de mogelijkheid om consulten bij te wonen. Omdat de patiënten ook vaak met twee of drie familieleden komen, is het al gauw een gezellige boel tijdens het consult. De student vertaalt het Nepali naar het Engels. Soms een verrassend korte vertaling na een lang betoog. Daardoor leer je weer veel meer gebruik te maken van je observaties van de patiënten. De repertoriumrubrieken die daarnaar verwijzen blijken vaak goede raadgevers. Als de kliniek voorbij is, ga ik achter op de motor met Bishnu nog op huisbezoek. De grootvader van een vriend van hem is ernstig ziek. We rijden door smalle straatjes, waar vrouwen op de stoep de was doen en kinderen spelen. Als we het huis binnen gaan, moeten we een donkere gang in. Ik wrijf over mijn hoofd als ik Bishnu volg de steile trap op. De deurposten zijn laag. Het huis bestaat uit een grote ruimte, een kale lemen vloer, waarop wat meubeltjes, met wel een tv, waarop een Indiase soap bezig is. Hier leven drie generaties met elkaar. De kinderen slapen nooit alleen. Veel kinderen met angsten in de nacht heb ik hier niet gezien. De oude man zit hoestend op bed. Hij oogt vermoeid. Na auscultatie, waarbij duidelijk slijm in beide longen te horen is, vermoed ik een longontsteking. Alles kost hem moeite, het hoesten, praten, bewegen , alles. Ik krijg thee, met melk. Op hoop van zegen. Terwijl Bishnu de vragen stelt en vertaalt, vind ik de rubriek: Cough, old people en lees die middelen na in de Concordant Materia Medica van Frans Vermeulen, een boek wat bijna onleesbaar is omdat het zoveel informatie bevat, maar daardoor ook juist erg bruikbaar. We kiezen uiteindelijk voor Baryta carbonica: ”Dry, suffocative cough, esp, in old people, full of mucus, but lacking strength to expectorate”. Als we de man in de week erna bezoeken, knapt hij zienderogen op. Na het avondeten, dal-bath (rijst met linzen) en wat groente, dit keer spinazie, wandel ik nog het plein op. Ik ga zitten bij het “Peacock-restaurant”, waar ze heerlijk sinaasappelsap hebben. Vlak om de hoek bevindt zich het beroemde Peacock-window, een prachtig houtsnijwerk in de vorm van een Pauw, gekozen als symbool van onze vereniging. Lang geleden bestond de Kathmandu-vallei uit bossen, een prachtig sandelhout-bos,dat zo mooi was dat de Goden het als hun verblijf hadden gekozen. Op een dag gingen de goden op bezoek bij Devi, de vrouw van Shiva, die in een Magnoliaboom huisde. Plots klonk er een enorm lawaai toen de kwaadwillende demon Danava, het bos in trok met zijn legers om de goden te verslaan. Geschrokken door dit geweld veranderden de goden in vogels en vlogen weg. Indra koos de gedaante van een Pauw. Devi die alleen achterbleef, streed een vurige strijd met de demon, waarin ze elkaars moed testten en prezen. “Geen wezen leeft eeuwig”troost Devi de demon voor ze hem doodt. Om de moed van de demon te gedenken is in de buurt van Bhaktapur nog een offerplaats te vinden. Dit verhaal komt uit de Nepala-mahatmya, een boek met legenden gekoppeld aan plaatsen in de Kathmandu vallei. De vallei staat vol met beelden, offerplaatsen en tempels die deze verhalen levend houden.




Standplaats Bhaktapur     

terug