Standplaats Bhaktapur Bloemen en diarree. Het vliegtuig nadert Tribhuvan airport ,het vliegveld van Kathmandu met een bocht vanuit het oosten.Aan de noordkant zijn de besneeuwde bergen van de Himalaya goed zichtbaar. We dalen over de Kathmandu-vallei een vlakte op 1200 meter hoogte tussen de Himalaya en het laagland richting India. Vanuit het vliegtuig zie je de rijstvelden en bakstenen gebouwen. Als ik uitgestapt ben loop ik in de zon richting aankomsthal,Nepal,wat weet ik er eigenlijk van als ik in 1998 voor het eerst het Bhaktapur homeopathie project bezoek om er een maand te gaan werken. Dat het een koninkrijk is met pas sinds de jaren 50 een democratie,dat het tot die tijd vrijwel afgesloten was van de rest van de wereld. Dat de Himalaya er liggen, waaronder de MounT Everest. Dat het tot 1 van de armste landen ter wereld gerekend wordt. Dat het een grotendeels hindubevolking heeft, maar dat de historische Boedha er geboren is. Op straat buiten de aankomsthal proberen kinderen je een taxi in te manouvreren, maar ik word opgehaald door Rajesh, een medewerker van het project, die me verwelkomt met een bloemenkrans, die om mijn nek wordt gehangen, zodat ik als een Olympisch kampioen achter in de taxi zit. De snelweg tussen Kathmandu en Bhaktapur,is tweebaans, maar gemiddeld rijdt men met 3 auto s naast elkaar en is het de kunst zo lang mogelijk op de linkerweghelft te blijven rijden, om vlak voor de tegenligger naar rechts te schieten, blij dat we weer een vrachtwagen gepasseerd zijn. Iedere vrachtwagen heeft een bumpersticker met “horn please”, dat doen de nepali graag, zodat het een oorverdovend getoeter is ,waar niemand acht op slaat. Uit het raampje zie ik een kapper die voor zijn huis een klant scheert, het spiegeltje hangt aan een spijker aan een boom. In de rivier staan waterbuffels er vliegen een paar zilverreigers over. Bhaktapur is een prachtige middeleeuwse stad,1 van de 3 koningssteden in de vallei, oude bakstenen gebouwen, met veel houten balken, vaak prachtig versierd. Hoge tempels steken boven de woonhuizen uit. Het appartement waar we verblijven ligt op de 2de verdieping van zo een oud gebouw, op de eerste verdieping is het leslokaal waar ik in het weekend les zal geven, op de begane grond is de kliniek. Als ik aan kom zitten patiënten buiten op een bankje gemoedelijk op hun beurt te wachten. Zanu, de vrouw die voor ons kookt maakt een kop thee. Nepal is een theeproducerend land en ligt net ten noorden van beroemde theestreken als Darjeeling en Assam in India. Nepalese thee wordt gemaakt van zwarte thee, veel kruiden, melk en suiker, je moet er even aan wennen. Overal kun je de heerlijkste theesoorten kopen,koffie wordt er weinig gedronken. Na de thee ga ik even naar buiten. De kliniek ligt om de hoek bij het Dattatreya plein genoemd naar de gelijknamige tempel die het plein domineert. Voor de tempel staan grote stenen beelden van krijgers die de tempel bewaken. Het is een tempel uit 1427,ter ere van zowel Vishnu en Shiva, 2 van de vele hindu-goden. Echter de Boedhisten in Nepal schijnen de god Dattatreya te vereren als neef van de Boedha. De relaties tussen de verschillende hindu-goden onderling is zeer gecompliceerd, overal staan beelden van Goden die vereerd worden. Voor de hindu's in Nepal is Boedha een reïncarnatie van Vishnu, en is de verering van de Boedha dus geen enkel probleem. Ik waan mezelf in het decor van een speelfilm,tempels ,goden,mensen met grote vrachten op hun hoofd, kinderen rennen over het plein om zelfgemaakte vliegers op de laten, een jongen van een jaar of 12, een polioslachtoffer, wankelt voorbij terwijl hij op een stok leunt, vrouwen in traditionele rood-zwarte sari, de geur van wierook, uit een straatje komt een groepje mannen met muziekinstrumenten,trommels,viool,blaasinstrumenten,ter ere van 1 van de vele goden wordt een puja(klein offer) gebracht. Aan het eind van de middag begint de avondkliniek. Aangezien veel van onze patiënten boeren uit de omgeving zijn, is er een vroege ochtend kliniek, vanaf 7 uur en een middagkliniek, vanaf 16 uur, zodat men naar het werk op de landerijen buiten de stad kan. Karl-Heinz een homeopatisch arts uit Duitsland,introduceert me. Om de kliniek binnen te komen, moet je over een wat hoge drempel,”mind your head docter”zegt Poonam de assistente. Ik stoot ongenadig hard mijn hoofd. De meeste Nepali zijn wat kleiner en de deuropeningen, zeker van oude gebouwen vrijlaag, dit in combinatie met de hoge drempel was iets te veel, na de lange vliegreis. We zien een flink aantal patiënten voorbij komen, waar ik deze 1ste dag niet zoveel van mee krijg. Later die week ga ik met Karl-Heinz op huisbezoek bij een ernstig zieke vrouw, die onder onze zorg valt en die ik moet bezoeken als hij na enige dagen terugvliegt naar Duitsland. Het gaat om een 25jarige vrouw met longkanker in het laatste stadium van haar ziekte. Ze ligt thuis, de familie is wanhopig, zijzelf is angstig en moet vreselijk hoesten, we proberen wat te verlichten. De laatste dagen is haar toestand verslechterd, met het hoesten geeft ze nu grote hoeveelheden bloed op. We geven Phosphorus C-30, zo nodig in te nemen. Als ik haar later die week weer bezoek gaat het wat beter. De bloeding is vrij snel gestopt en ze is minder angstig en onrustig. Uiteindelijkt sterft ze tijdens mijn verblijf, volgens haar vader is ze rustig ingeslapen. De huisbezoeken zijn een ervaring op zich. Een probleem is echter dat je altijd wat te eten en drinken aangeboden krijgt en dat het erg onbeleefd is dat te weigeren. De armoede is ontluisterend dus als je wat aangeboden krijgt is dat een grote gift. Maar is de melk wel altijd goed meegekookt voor de thee, is de yoghurt nog vers en wat te zeggen van het wat groen uitziend eitje? Gelukkig ben ik niet zo gek op eitjes, dus dat heb ik geweigerd. Maar toch binnen een week, heb ik net als velen hier diarree. Het typische ervan is dat ik er overdag niet zoveel last van heb, s'ochtends vroeg en in de avond, en het stinkt verschrikkelijk naar rotte eieren. In de materia medica van Hahnemann, aldaar aanwezig,lees ik dit precies beschreven voor sulphur en het helpt. Wat een prachtig vak toch. Waterbuffels terug |
|